Mattheüs-project

Aflevering 39: Mattheüs 24:1-22

Inhoud:

– Wanneer zal dit allemaal gebeuren? (dr. Dani Evers)
– Logisch inconsequent? (dr. Michael Mulder)
– Vragen bij Mattheüs 24:1-22

Wanneer zal dit allemaal gebeuren?
 In Mattheüs hoofdstuk 24 lezen we dat de leerlingen van Jezus hem vragen: ‘Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?’ (Matt.24:3b). Ik begrijp dat de leerlingen vragen naar de Messiaanse tijden. Herkenning
Ik denk dat ik in alle stukjes die ik van het boek Mattheüs heb gelezen, ik bij dit stuk de grootste overeenkomst voelde tussen het Jodendom het christendom. En dat is frappant, want juist over de status van Jezus verschillen deze twee religies zo enorm van elkaar. En desondanks…. 
De turbulentie die Jezus schetst als antwoord op de vraag van de leerlingen is enorm! Valse verlossers, oorlog en ellende, maatschappelijke teloorgang, en uiteindelijk een positief beeld voor degene die het mag meemaken. Maar op de ‘wanneer’-vraag van de leerlingen komt geen antwoord. Nogmaals, de overeenkomst is frappant, want werkelijk al deze kenmerken komen voor in de Joodse traditie. De Misjna in tractaat Sota en de Talmoed in tractaat Meĝilla spreken respectievelijk over de verloedering van de samenleving kort voor de verlossing van de wereld, en over de oorlogen die er zullen woeden, ook rond die tijd. En de profetieën staan vol van de ideale wereld na de verlossing. Niet te berekenen
Het meest intrigerend is misschien wel de onmogelijkheid om een datum vast te stellen van deze verlossing, waar zo naar toegeleefd wordt. De citaten uit het boek Daniël zijn volgens Joodse traditie dermate onduidelijk dat er geen concrete boodschap uit gedestilleerd kan worden. Overigens, als het moment daar is, kunnen deze verzen terugkijkend zeker passend uitgelegd worden. Een mooi voorbeeld daarvan is Genesis 15:13 waar aartsvader Abraham de tijding krijgt dat zijn kroost voor vierhonderd jaar in slavernij zal vertoeven. De chronologie laat een ander beeld zien, namelijk dat de Egyptische slavernij slechts 210 jaar voortduurde. Achteraf gezien is het getal 400 te verklaren, maar van te voren zeker niet! Zo dient de vraag zich aan: waarom is deze datum dan zo verborgen? De Talmoed (Sanhedrin 97b) spreekt zelfs een vloek uit over hen die via berekeningen bij een bepaalde datum uit zouden komen. Er is blijkbaar een fundamenteel religieus principe om het tijdstip van deze verlossing vaag te houden. Een eenvoudige maar heldere verklaring daarvoor kan zijn dat als men weet dat de verlossing verder ligt dan dat het nog meegemaakt zal worden door de persoon, hij zijn hoop en zijn gebed zal staken – hij weet immers dat hij het niet mee gaat maken.
De grote geleerde Maimonides heeft dan ook gewaarschuwd om niet zozeer gericht te zijn op de vraag wanneer de Messiaanse tijd zal komen: “Geen mens zal weten hoe het er uit zal zien, totdat het gebeurt, (…) houd je er daarom niet te intensief mee bezig. Het zal je geen G’dsvrucht brengen, (… ) geloof er in zijn algemeenheid in en wacht erop” (Mishne Tora, Melachim 12:2).Wel aanwijzingen
En ondanks de vaagheid, zijn er toch twee aanwijzingen in de Talmoed, de ene spreekt van een tijdstip, de ander van een situatie. De Talmoed (Avoda Zara 9a) meldt dat deze wereld geschapen is voor een periode van 6.000 jaar. Er is daar een onderverdeling in groepen van 2.000 jaar, maar voor dit betoog is vooral belangrijk dat volgens de overlevering na het jaar 6.000 de wereld in volmaakte staat zal komen. We tellen nu jaar 5.783, dus uiterlijk over een ruime tweehonderd jaar is het zover!De andere plek is Sanhedrin 98a, waar Ezechiël 36:8 wordt geciteerd, die de vruchtbaarheid van het Land Israel beschrijft: ‘En u, bergen van Israël, u zult uw takken weer voortbrengen en uw vruchten voor Mijn volk Israël dragen, want zij komen naderbij. Want zie, Ik kom naar u toe…’; en de Talmoed becommentarieert: ‘Geen duidelijkere openbaring van de op handen zijnde verlossing mogelijk!’Dus het land, dat na tweeduizend jaar braak gelegen te hebben en geduldig gewacht te hebben op de terugkomst van de ballingen, geeft nu in zo gulle overvloed haar vruchten. En zij zijn het die de komst van de Mashi’ach inluiden! Mogen wij het meemaken!
  DR. DANI EVERS
Dani Evers studeerde psychologie, computerwetenschappen en Talmoed aan de Bar Ilan universiteit in Ramat Gan (Israël). In 2021 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op een onderzoek naar de ‘halacha’ (Joodse religieuze wetgeving) en de veranderende mentaliteit.
Logisch inconsequent?

Terwijl Jezus met zijn leerlingen op de Olijfberg zit, zijn ze onder de indruk van de woorden die Hij zojuist tot hen sprak, toen ze de tempel uitliepen. Terwijl ze om zich heen kijken en onder de indruk zijn van het prachtige bouwwerk, voorzegt Jezus dat er geen steen op de andere gelaten zal worden, maar dat de hele tempel zal worden afgebroken. ‘Wanneer zal dat gebeuren?’ 

Als de leerlingen die vraag stellen, weten ze niet dat de Romeinen nog in diezelfde generatie de tempel metterdaad zullen afbreken en een eind zullen maken aan de dagelijkse offerdienst en de jaarlijkse viering van de Bijbelse feesten in de tempel. Dit was voor hen onvoorstelbaar. De verwoesting van de tempel in het jaar 70 heeft de gehele Joodse godsdienst dan ook op zijn grondvesten doen schudden en vroeg om een totaal nieuwe oriëntatie. 

Jezus heeft dit van te voren aangekondigd. Maar dat niet alleen, Hij verbindt dat met veel meer rampspoed die zal komen. Het hoeft je niet te verbazen dat er oorlogen zullen komen, hongersnoden en aardbevingen, dat er een maatschappelijke verloedering zal zijn, en een geestelijke strijd: aan de ene kant de verkondiging van het Koninkrijk van God over de hele wereld en aan de andere kant een toenemend verzet. Maar dit alles is nog niet het einde (Matt. 24:6). Het zijn tekenen die oproepen om vol te houden tot het einde. Wie volharden zal tot het einde, zal behouden worden (Matt. 24:13).  

Heeft Jezus zich vergist? 
Over welke gebeurtenissen spreekt Jezus hier? Heeft Mattheüs dit later opgetekend om te onderstrepen dat Jezus de verwoesting van de tempel had voorzegt? Dacht Jezus dat al deze dingen toen gelijk ook al zouden gaan gebeuren, zoals sommige christelijke uitleggers menen, en heeft Hij zich dus vergist? 
Onlangs schreef een student in Apeldoorn een scriptie over deze kwestie. Hij kwam tot de conclusie dat Mattheüs hier in navolging van Jezus verschillende tijden inéénschuift, met maar één doel: Zijn leerlingen – en latere lezers (vgl. Matt. 24:15) – op te roepen om te blijven wachten en te blijven uitzien, om niet ontmoedigd te worden als je deze rampspoed tegenkomt, maar juist door deze tekenen aangemoedigd te worden om waakzaam te blijven, elk dag opnieuw. 

Niet logisch
Dat lijkt logisch niet zo te kloppen. Gaat het nu over de verwoesting van de tempel, of over iets wat veel later zal gebeuren? Gaat het om een letterlijke vervulling van iets wat op het tempelplein gezet zal worden, zoals vers 15 suggereert, of gaat het om een aanduiding van iets wat op méér dan één plaats en in verschillende tijden herkenbaar zal zijn? Het lijkt niet logisch om beide beweringen waar te laten zijn: dat het hier zowel om een gebeurtenis in het jaar 70 gaat, op één plaats, als om veel latere gebeurtenissen, op verschillende plaatsen. 

Evers’ uitleg maakt het spannend
Wat mij trof in het Joodse commentaar van Dani Evers, dat zijn verhaal ook compleet onlogisch is. Hoe kan je nu schrijven dat je hoopt dat de Messiaanse tijd spoedig, ja in onze dagen zal komen, zodat wij het meemaken, terwijl je zojuist geschreven hebt dat het waarschijnlijk pas in het jaar 6.000 van de Joodse jaartelling zover kan zijn? Hoe kan je eerst schrijven dat het niet te berekenen is en zelfs niet berekend mag worden, en vervolgens toch een berekening weergeven? Hoe kan je enerzijds zeggen dat het vaag moet blijven, en anderzijds zo concreet zijn dat wat er nu in Israël gebeurt de meest duidelijke openbaring is van de ophanden zijnde verlossing?  

Joods denken helpt ons lezen
Ik vind dat logisch inconsequent. En daar ben ik superblij mee. Want dat laat precies zien hoe de Joodse manier van denken ons kan helpen om het Nieuwe Testament goed te lezen. De vraag of Jezus zich vergist heeft, omdat deze rede niet helemaal lijkt te kloppen, zegt meer over de Westerse uitleg dan over wat hier staat in het Evangelie. Daarin laat Mattheüs iets zien wat je bij de profeten in het Oude Testament vaker tegenkomt. Wat hier beschreven wordt kan op verschillende manieren vervuld worden, omdat het gaat om de manier waarop God toewerkt naar het einde. Je kunt er op verschillende momenten iets van herkennen, en tegelijk krijg je er de vinger niet achter. Gelukkig niet. Dani Evers laat zien waarom. En precies hetzelfde schrijft Petrus: denk niet dat God treuzelt met het vervullen van zijn belofte… En als het langer duurt: weet dat Hij geduld met ons heeft, omdat Hij niet wil dat er iemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering komen (2 Petr. 3:9); zodat jij blijft bidden: mogen wij het meemaken!
 DR. MICHAEL MULDER
Michael Mulder is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het CIS. Daarnaast doceert hij Nieuwe Testament, Jodendom en ‘kerk en Israël’ aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn en de Christelijke Hogeschool te Ede.
Vragen bij Mattheüs 24:1-22Herkent u de behoefte om ‘het einde te berekenen’? Hoe ga je daarmee om? 
 Is wat er vandaag in Israël gebeurt inderdaad een vervulling van wat er in Ezechiël 36:8 staat, dat het land zijn vruchten weer oplevert voor het Joodse volk? In hoeverre kun je zulke profetieën (al of niet) letterlijk opvatten?
 Begrijpt u dat sommige christelijke uitleggers van dit hoofdstuk stellen dat Jezus zich vergist kan hebben? Hoe vat u dat voor uzelf op?
 In hoeverre vindt u de Joodse benadering van Evers inconsequent? 
 Wat kunnen christenen leren van deze manier van denken? 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *